Gemeente Epe zet in op een gezonde leefomgeving. Een gezonde leefomgeving voor mensen en dier. We gaan proberen meer soorten inheemse planten en dieren in deze wijken te krijgen. Het aantal planten- en diersoorten in de wereld en ook in Nederland, is de laatste jaren gedaald. Dat is zonde en de gemeente Epe wil bijdragen om die tendens een halt toe te roepen. Dat kunnen we doen door het beheer van de gemeentelijke plantsoenen en grasvelden aan te passen. We gaan een proef doen in twee wijken; Oosterhof in Vaassen en Vegtelarij in Epe. Wekelijks stellen we de collega’s van Groen een vraag over het onderwerp.
De goudvink en de grote lijster zijn dus zogenaamde ambassadeursvogels. Hoe kunnen wij die vogels helpen?
Collega Folpert van beheer geeft deze keer het antwoord: “Specifiek willen we de aantallen en de locaties van de goudvink en de grote lijster laten toenemen. Dit doen we door de biodiversiteit te vergroten. We gaan niet op grote schaal groen omvormen of aanleggen. Het ondersteunen van deze soorten kan al door zuinig te zijn met bijvoorbeeld hoge bomen waar de grote lijster graag in zit. En op sommige plekken anders om te gaan met het groen dat er al is. Bijvoorbeeld door gazons niet in één keer te maaien, maar in fases. Dan blijft er altijd iets bloeiends staan waar insecten op afkomen, die door de vogels worden gegeten. In de winter kunnen delen van vegetatie blijven staan. Dan kunnen er insecten overwinteren.
De goudvink is een echte zadeneter. We gaan de komende jaren vrij uitgroeiende struiken aanplanten zoals meidoorn, wilde liguster en sleedoorn. De bessen van deze struiken staan op het menu van de goudvink. Bramen komen van nature al voor. In plaats van deze weg te maaien zoals voorheen veel werd gedaan, zullen we deze nu meer laten staan, zolang ze niet al te veel in de weg staan. Ook willen we geleidelijke overgangen laten ontstaan. Dus waar het gazon voorheen strak grensde aan een plantsoen, willen we nu een zogenaamde zoomvegetatie laten ontstaan waar niet alleen de goudvink en de grote lijster iets aan hebben, maar ook andere vogels, egels, en allerlei insecten. Het mooie is dus dat niet alleen de ambassadeursoorten geholpen worden, maar de biodiversiteit over de hele breedte wordt vergroot.”
Misschien een beetje een gekke vraag, maar wat is biodiversiteit nou precies en waarom moet de gemeente daar iets aan doen?
Ron Kamperman van de gemeente Epe is projectleider biodiversiteit. We trappen af bij hem en stellen de eerste vraag. “’Bio’ betekent leven. En ‘diversiteit’ betekent verschil, afwisseling. Dus biodiversiteit betekent verschillende vormen van leven op aarde. We kunnen daar heel erg over uitweiden, maar binnen de leefomgeving van woonwijken zijn dat bomen, planten, dieren, schimmels. Dus verschillende bomen en planten, paddenstoelen, vogels, egels, eekhoorns en vleermuizen. Dat zijn allemaal verschillende vormen van leven. Dat is biodiversiteit.
De wereld kan niet zonder biodiversiteit. Als mensen hebben wij heel veel invloed op de biodiversiteit. Planten en dieren hebben elkaar nodig om in leven te blijven en voort te kunnen planten. Dat noemen we een ecosysteem. Ook in de woonwijk zijn ecosystemen. Hoe beter het ecosysteem werkt, hoe meer biodiversiteit. In de Vegtelarij en de Oosterhof komen vogelsoorten voor waar het slecht mee gaat. Dat zijn de goudvink en de grote lijster. We weten wat deze vogels nodig hebben om te kunnen overleven, en daar willen we bij helpen. Dit zijn de komende jaren de ambassadeursoorten van de wijk.”
Heeft u een vraag? Stel hem viacommunicatie@epe.nl