We gaan samen door met de corona-aanpak in Nederland. Handen wassen, zoveel mogelijk thuisblijven, thuiswerken, afstand houden – alle maatregelen die de deskundigen ons adviseren – worden verlengd. Wel komt er voorzichtig meer ruimte voor kinderen en jongeren.
Met de corona-aanpak gaat het heel langzaam de goede kant op. We hebben veelal een manier gevonden om ons dagelijks leven praktisch in te vullen, ook al is dat lang niet altijd makkelijk. Medewerkers in de zorg doen hun uiterste best om iedereen de zorg te geven die zij nodig hebben. Er worden nog steeds mensen in het ziekenhuis opgenomen vanwege corona, maar de aantallen gaan gestaag omlaag.
Hoewel de situatie nog heel fragiel is, komt er nu voorzichtig ruimte. Ruimte die ook nodig is. Bijvoorbeeld bij ouders die hun werk moeten combineren met de schoolbegeleiding van hun kinderen. Ruimte ook voor kinderen en jongeren die hun school, sport en spel missen. Dat is de verdienste van ons allemaal: omdat we ons aan de maatregelen houden, kunnen we kleine stapjes zetten.
Het kabinet heeft besloten de meeste maatregelen te verlengen tot en met 19 mei; in de week vóór 19 mei beoordeelt het kabinet wat er voor de periode daarna nodig is. Hieronder een overzicht van wat er wijzigt plus de ingangsdatum. De praktische invulling van onderstaande wijzigingen krijgt de komende tijd verder vorm in samenspraak met betrokkenen.
Onderwijs en kinderopvang
Scholen in het basisonderwijs, inclusief het speciaal (basis)onderwijs, de dag- en gastouderopvang openen op 11 mei hun deuren. Kinderen kunnen naar de buitenschoolse opvang (BSO) op de dagen dat zij naar school gaan.
Basisscholen in het primair onderwijs halveren de groepsgrootte in de klas; kinderen gaan daarbij ongeveer 50% van de tijd naar school. De dag dat de leerlingen niet op school verblijven, wordt op een andere wijze ingevuld. Die invulling wordt bepaald door de school en de leraren.
De praktische invulling van dit principe ligt de komende tijd bij de scholen. Zij gaan dit verder uitwerken; daarbij kunnen verschillen tussen scholen ontstaan. Scholen informeren ouders over wat dit voor het onderwijs van hun kinderen precies betekent.
Het speciaal onderwijs in de basisschoolleeftijd gaat 100% open.
Ouders wordt opgeroepen kinderen zoveel mogelijk lopend of op de fiets naar school of opvang te brengen om zo het openbaar vervoer te ontlasten.
Scholen in het voortgezet onderwijs kunnen voorbereidingen treffen zodat leerlingen in het voortgezet onderwijs vanaf dinsdag 2 juni weer (deels) naar school kunnen.
Sport
Kinderen en jongeren krijgen vanaf 29 april meer ruimte voor georganiseerde buitensport en -spel (geen officiële wedstrijden).
Kinderen tot en met 12 jaar kunnen onder begeleiding samen buiten sporten.
Jongeren van 13 tot en met 18 jaar mogen onder begeleiding buiten sporten met elkaar, maar dan met 1,5 meter afstand ertussen.
Gemeenten maken hierover afspraken met sportverenigingen en buurtsportcoaches; er kunnen daardoor verschillen tussen gemeenten ontstaan.
Topsporters kunnen op aangewezen trainingslocaties de training hervatten als zij 1,5 meter afstand in acht nemen.
Zelfstandig wonende ouderen
Het advies om niet op bezoek te gaan bij 70-plussers wordt aangepast. Vanaf 29 april geldt: zelfstandig wonende ouderen van 70 jaar en ouder kunnen door één of twee vaste personen met enige regelmaat worden bezocht.
Evenementen
Evenementen vormen helaas een risico op te snelle en te brede verspreiding van het virus.
Het huidige verbod op evenementen met vergunnings- en meldplicht wordt verlengd tot 1 september.
Impact op de samenleving en sociaaleconomische gevolgen
Met iedere stap die we in dit proces zetten, zullen sommige mensen opgelucht zijn, anderen juist teleurgesteld of bezorgd. Toch is dit de intelligente weg vooruit naar een gezonde samenleving, waarin mensen zich veilig voelen, kunnen ondernemen, onderwijs volgen en zich weer zo vrij mogelijk kunnen bewegen. Daarbij gebruiken we de kansrijke plannen die bedrijven en organisaties maken voor de anderhalvemetersamenleving.
De impact op de samenleving en de sociaaleconomische gevolgen van de crisis zijn enorm. De overheid kan dankzij haar goede financiële positie eerste hulp bieden aan ondernemingen, zelfstandigen en getroffen sectoren. Maar we kunnen niet voorkomen dat veel mensen in meer of mindere mate geraakt worden. Gelukkig zien we dat overal in de samenleving mensen, bedrijven en organisaties opstaan om elkaar te helpen.